De kracht ven vereering

DE KRACHT VAN VEREERING

Op driehonderd meter van mijn woonplek bezat Jan Wolkers ooit een tuinhuisje op volkstuincomplex Amstelglorie. Vanaf 1972 tot 1981 tuinierde en schreef hij daar: De Walgvogel en De Kus.

Toen de schrijver naar Texel verhuisde, verkocht hij - naar verluidt met pijn in zijn hart - zijn optrekje. Maar niet voordat hij alle planten, struiken en bomen had uitgegraven om ze mee te migreren naar Texel. Er bleef een monsterlijk donker en zompig gat over, waar ooit een tuin was geweest. Een soort roofmoord. Je zult maar de opvolgend eigenaar zijn geweest, die vanuit de achtergelaten chaos opnieuw een tuin moest zien te creëren.

Wat maakt een tuin tot een tuin: de aarde, de beplanting of de combinatie? Ik kan me voortellen dat het bestuur van het volkstuincomplex in ieder geval niet bijster verheugd was over de kaalslag en dat voor hen een tuin bestond uit de aarde én alles wat daarop groeit.

Desondanks is de naam van Wolkers door Amstelglorie in 2018 in ere hersteld. Wolker-fans hebben het huisje gerenoveerd en de tuin is opnieuw aangelegd, met scheuten van de planten uit Texel. Een trip ‘back to memorylane’.

En nu?

Andere schrijvers kunnen het huisje huren en er hun eigen bestsellers schrijven, terwijl ze dezelfde lucht inademen als destijds Wolkers. Misschien helpt het.

Ik ben het huisje gaan zoeken. Natuurlijk. Het was onvindbaar. Nergens staan wegwijzers die uitsluitsel geven. Later las ik op internet dat het om huisje 294 gaat.

Een grote bedevaart zal waarschijnlijk niet op gang komen. De overige bewoners van het park zijn gesteld op hun rust.

Bestaan ze nog? Wolkers-vereerders, die de trein naar Amsterdam nemen, een fiets huren op het station en vervolgens het hele park te voet doorkruizen om het huisje van hun held te aanschouwen? Vooralsnog is het rustig bij mij in de straat.